Taxateurs overbelast door stroom WOZ-bezwaarschriften

Gemeenten hebben in 2019 een recordbedrag aan proceskostenvergoeding betaald aan bedrijven die namens burgers bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van hun woning. Tien miljoen euro in totaal. Dat is maar liefst drie miljoen euro meer dan zes jaar geleden. WOZ-taxateurs draaien overuren met de afhandeling van deze bezwaarschriften en komen minder toe aan opnames en marktanalyses. Behalve voor de gemeenten dreigt voor de belastingbetaler een grote financiële strop.

Tekst Marcel van Rijnbach

Het gaat om de zogeheten proceskostenvergoedingen die ‘no cure no pay’-bureaus ontvangen als ze met succes een WOZ-bezwaarschrift namens hun particuliere klant hebben aangevochten. Dit soort bureaus grijpt elke waardeverlagende factor aan in de woning en in 40% van de gevallen zijn ze succesvol. Sinds 2014 is er sprake van een explosieve stijging van deze kostenvergoeding en het aandeel van ‘no cure no pay’-bureaus in het aanspannen van bezwaren tegen de WOZ-waarde.

Gemeenten verzwaren lasten Het credo van deze ‘no cure no pay’-bureaus spreekt de burger aan: geld verdienen met bezwaar maken tegen de WOZ-waarde. Maar is dat per saldo waar? Als een bezwaarschrift gegrond wordt verklaard, gaat de WOZ-waarde meestal met enkele tientjes naar beneden, maar dit belastingvoordeeltje wordt teniet gedaan door de lastenverzwaring bij gemeenten. Waarschijnlijk gaan burgers dit links of rechtsom merken in de portemonnee. Deze ontwikkelingen baren gemeenten en de ministeries van Binnenlandse Zaken, Financiën en Justitie & Veiligheid zorgen. De ministeries laten een onderzoek uitvoeren naar de handelwijze van de ‘no cure no pay’-bureaus (zie kader). Helaas is er momenteel nog geen resultaat bekend.

Taxateurs overbelast Voor de WOZ-taxateurs betekent het in elk geval dat ze relatief veel tijd kwijt zijn met herwaardering van woningen als gevolg van bezwaarschriften. “Zeventig procent van onze taxateurs is alleen maar bezig met de afhandeling van de WOZ-bezwaren, circa 10.000 het afgelopen jaar in ons rayon”, vertelt adjunct-directeur Jan Vonk van de BghU, die namens negen Utrechtse gemeenten de belastingen int. “Als onze taxateurs daaraan niet zoveel tijd hoefden te besteden, konden ze aan de ‘voorkant’ betere waardes vaststellen door meer aandacht te schenken aan de permanente marktanalyses en het goed bijhouden van de verbouwingen van woningen. Ik heb maar een x-bedrag te besteden; het is kiezen of delen.”

Kleine correcties WOZ Volgens Vonk gaat het bij de meeste bezwaarschriften om ‘peanuts’. Tientjeswerk. Het weegt volgens de belastingambtenaar niet op tegen de grote maatschappelijke kosten die met de afhandeling van de WOZ-bezwaren zijn gemoeid. “Je wordt er doodziek van! Als een bezwaar (deels) gegrond wordt verklaard, gaat het om kleine correcties. Natuurlijk, de modelmatige waardering waarmee we werken is niet perfect. Ik heb niet de mankracht en het budget om alle woningen tot in detail op elk moment fysiek te taxeren. Onbegonnen werk.” Sabewa Zeeland, die onder meer de gemeentelijke belastingen int namens acht Zeeuwse gemeenten, zet een loket in als wapen tegen de ‘no cure no pay’-bureaus. Om hen de wind uit de zeilen te nemen, zo vertelt bestuursvoorzitter Jon Herselman. “Soms zijn problemen met de WOZ-waarde heel simpel op te lossen tussen burger en de WOZ-taxateur. De media-aandacht voor dit loket heeft gewerkt: aardig wat bezwaarmakers hebben direct contact met ons gezocht. Ik denk dat onze proactieve houding helpt om de proceskosten te verminderen.”

‘Soms zijn problemen met de WOZ-waarde heel simpel op te lossen tussen burger en de WOZ-taxateur.’

Modelmatige waardering Volgens Herselman geeft de modelmatige waardering aanleiding tot fouten in WOZ-aanslagen, omdat een opname van een woning altijd een moment is. De volgende dag kan de woning van de buurman in waarde zijn gestegen door een nieuwe dakkapel, terwijl de vergelijkbare woning ernaast oorspronkelijk is gebleven. “Gelukkig krijgen we steeds meer technische hulpmiddelen die de opname van een woning vergemakkelijken, zoals 360 graden luchtfoto’s, drones, Streetview en dergelijke, maar het blijft altijd een momentopname.” Een ander probleem vormt het bijhouden van woningmutaties in bestanden van de modelmatige waardering. Dat is enerzijds een capaciteitsprobleem, maar volgens directeur Patrick Knappers van KONDAR Overheid is een goede analyse vereist van de informatie die uit bezwaarschriften op tafel komt. “Gebruik die data voor de herwaardering van vergelijkbare vastgoedobjecten in de modelmatige waardering van volgend jaar. Zo maai je het gras voor de voeten weg van de ‘no cure no pay’-bureaus en je hoeft je minder zorgen te maken over de juistheid van de objectkenmerken.” Volgens Knappers blijft de permanente marktanalyse van het woningbestand in een gemeente altijd “één van de allerbelangrijkste instrumenten bij de herwaarderingen van de WOZ.

Klassenstelsel OZB Jan Vonk heeft ook nog een alternatieve oplossing om de druk van de bezwaarschriften te verlichten: een klassenstelsel voor berekening van de inkomstenbelasting, waterschapsbelasting en OZB met een bandbreedte waarbinnen de waarde mag bewegen. “Dan creëer je zeer overzienbare belastingverschuivingen. Helaas is daarvoor een wetswijziging nodig. Ik heb nog geen wethouder zover gekregen dat hij richting Den Haag een poging wil wagen.”

Volgens Vugts hielden gemeenten onvoldoende rekening met waardeverlagende omstandigheden in woningen, zoals scheuren in de muur, oude badkamers, keuken en wc of achterstallig onderhoud.

Reactie ‘no cure no pay’-bureau Uiteraard vroeg de redactie van Vastgoed een ‘no cure no pay’-bureau om te reageren op de ophef over de proceskosten en de rol van dit soort bureaus. Jacques Vugts van Kosteloosbezwaar.nl geeft aan dat er ruimte is voor een kritische noot, maar daar liet hij het vervolgens bij. Vugts studeerde in 2015 af als fiscaal jurist aan de Radboud Universiteit Nijmegen en deed afstudeeronderzoek naar de Wet WOZ. Hij constateerde dat gemeenten WOZ-waardes vaak onnauwkeurig vaststellen. Volgens Vugts hielden gemeenten onvoldoende rekening met waardeverlagende omstandigheden in woningen, zoals scheuren in de muur, oude badkamers, keuken en wc of achterstallig onderhoud.

Vond u dit artikel interessant genoeg om te delen?